Informatie over de Indische loopeend


 

De Indische loopeend, ook wel flesseneend genoemd, is een bepaald ras dat van de wilde eend (Anas platyrhynchos) afstamt. Oorspronkelijk komt de Indische loopeend uit Indonesië (Java, Lombok en Bali) en is daar gedomesticeerd. Deze eenden werden rond 1850 naar Europa en Amerika meegenomen. 

 

Uiterlijk

Kenmerkend is onder meer dat ze niet vliegen maar hoog opgericht rondlopen. De rompbouw is flesvormig en heeft weinig borst. Vrouwtjes worden ongeveer 50 cm lang en mannetjes tot 66 cm, gemeten van kruin tot staart. Ze wegen tussen de 1,4 en 2,3 kilogram. De kleur van het verenkleed varieert van bont, wit tot zwart. Mannetjes zijn te herkennen aan een kleine krul in de staart. Vrouwtjes hebben deze niet.

 

Bijzonderheden 

Loopeenden staan bekend om hun bijzonder hoge leg, zo'n 150 tot 200 eieren per jaar, soms zelfs meer. De eieren worden gelegd op de meest uitlopende plekken, ze maken geen nesten maar leggen eieren in een ondiep gat met veren.

Alleen de vrouwtjes kwaken (niet veel), mannetjes maken een schor zacht geluid. Een loopeend wordt 8 tot 10 jaar oud.

 

Voedsel

Alhoewel ze graag foerageren, in slootjes of vijvers, lopen ze het liefst in grasland op zoek naar wormen, slakken. Ook vangen ze zelfs vliegen. Indische loopeenden zijn ideaal om in je tuin te houden om slakken te bestrijden, zo heb je geen slakken meer in je moestuin! Als bijvoeding hebben ze eendenkorrel/graan nodig.